Guusje en ik zijn inmiddels wat ouder en daarom slapen we wat meer. We hebben zo onze eigen plekjes: ik vaak op de krabpaal bij het raam en op het bed; Guusje op de bank; maar zij slaapt ook vaak boven. We liggen ook samen op het kleed bij de bank als Cabo in haar stoel zit.
Als het mooier weer wordt, zullen we wel meer buiten zijn, maar daar zijn ook plekjes om te slapen.
Verder wil ik hier familie en vrienden bedanken voor hun reacties op de vorige plaatsingen. Een van de vriendinnen stuurde een gedicht, dat ik Cabo hier laat plaatsen.
Ook heb ik en Guusje kennis gemaakt met Froda en Ettlinn, de hondjes van Cabo’s nicht en neef. Hieronder hun bericht:
“Hallo Guusje & Gio p/a Cabo,
Laat ik mij even voorstellen: ik ben Froda en ik spreek ook namens mijn huisgenoot Ettlinn. Wij zijn de ‘honnies’ van huize Bos-Tofohr te Aduard /Groningen/Nederland en ik wil even reageren n.a.v. de laatste update van jullie blog.
Alhoewel wij in principe bepaald geen kattenliefhebbers zijn, moeten we toegeven veel plezier aan jullie in het algemeen te beleven. Zodra we iemand van jullie soort in het oog krijgen ontploffen wij. Dat is voor ons een uitgelezen kans om op ons aller-aller hardst te schreeuwen, te janken en hoge sprongen tegen de ramen en gordijnen te maken. Dit lucht ons geweldig op en is gezond.
Meestal is het maar van korte duur omdat Vrouwtje en vooral Baasje ook beginnen te schreeuwen en dat heeft meestal een kalmerend effect. Diep in ons hart zijn we wel een beetje blij dat jullie bestaan want het geeft veel voldoening om jullie je een rotje te laten schrikken als je zo hooghartig en arrogant voorbij komt stappen. Good for you dat je zo hard kan lopen want áls ik de kans krijg om je te pakken ben je nog niet jarig!
Nou ja, sorry hoor, jullie zijn op tijd gewaarschuwd en wij kunnen het ook niet helpen. ‘Instinct’, zegt Vrouwtje, what ever that may be. Beetje raar woord vind ik dat want we stinken volgens mij helemaal niet. Baasje zegt zelfs dat we lekker ruiken. O zoo.
In een bepaald opzicht lijken wij wel wat op elkaar. Onze haren groeien ook en raken in de war. Normaal gesproken zouden wij momenteel in onze winterjasjes lopen maar vanwege de klitten in de pels lopen we vroegtijdig in zomerkleed. Gelukkig stelt deze winter geen bal voor.
Eigenlijk zijn wij een beetje jaloers. Op die blog van jullie, bedoel ik. Ik zou wel vaker met jullie contact willen zoeken maar ik ben afhankelijk van Baasje. Die gaat over de schrijverij en die heeft bijna nooit tijd. Hij loopt altijd te klagen dat alles zo langzaam gaat en zo lang duurt en dat hij maar niet opschiet. Ik zou zeggen nou schiet dan es een beetje op, sukkel! Hij begint oud te worden, de ziel.
Je zou zeggen dat hij juist veel tijd over moet hebben vanwege de commotie over een of andere ziekte waar mensen tegenwoordig nogal bang voor zijn. Vrouwtje is gewend elke dag boodschappen te doen. Ze beschouwt dat kennelijk als haar dagelijks uitje en daar zijn wij eigenlijk niet over te spreken want het is geen lolletje om ‘de hele dag’ op de loer te moeten liggen of ze eindelijk weer eens thuis wenst te komen. Baasje gunt haar dat uitje meestal wel maar met die ziekte van tegenwoordig (Corona noemen ze dat, of zoiets) vindt hij het ook maar niks. Hij wil de boodschappen láten doen, dat vindt ie veiliger. Maar ja, ze wil daar nog niet aan. Ze doet nu wel voor 5 dagen boodschappen in plaats van een of twee, maar B. is daar nog niet tevreden mee. Ik hoop maar dat hij die strijd wint, dan zijn wij ook een stuk beter af.
In elk geval vind ik het leuk om met jullie kennis te hebben gemaakt en wellicht vinden jullie dat ook. Misschien krijg ik de kans om dit vaker te doen. Deo volente. Wat dat betekent weet ik niet maar het klinkt interessant. Heb ik wel eens op TV gehoord. We kijken trouwens vaak naar de TV. Leeuwen en tijgers zijn het leukst, daar kan je ook flink tegen schreeuwen. Logisch want die lijken op jullie. Oh, Ettlinn zegt dat ik niet zo moet zeuren dus ik stop nu maar. ‘Doe ze maar de groeten’, zegt ze. Nou bij deze dan.
Groetjes aan Cabo, doei!”
Leuk he? Maar ik wil hier nog wel even kwijt, dat ik niet bang ben voor honden. Een poosje geleden stond de voordeur open en ik was op de trap aan het eten. Er kwam een man voorbij met drie loslopende honden en een van die honden ging achter Guusje aan; ik zag dat en toen ben ik naar buiten gestormd achter die hond aan. Cabo kon niet goed zien wat ik deed, maar ze hoorde die man wel zeggen “ja, dan had je dat maar niet moeten doen”
Groetjes van ons Cabo, Guusje en mij en tot de volgende keer.