Op 4 oktober, Dierendag, publiceerde de NRC in Het Grote Verhaal een artikel van Lucas Brouwer. Ik weet niet precies wat ik ervan moet denken. De geciteerde Pete Marra heeft op bepaalde punten best wel gelijk. Maar er zijn ook punten, waarbij ik een vraagteken zet. Bijvoorbeeld de huismussen; hier in Nederland, weet ik, dat de afname vooral te wijten is aan het feit, dat er bijna geen daken meer zijn waar de mussen een nest kunnen maken. En ik heb, dacht ik, ook eens gelezen, dat er meer vogels op de trek omkomen dan door katten.Maar ja, zoveel hoofden, zoveel zinnen.
Onder het artikel nog wat foto’s van mijn “jagers”. Ze hebben ook wel eens een vogeltje gevangen, maar meestal zijn het veldmuisjes, die met huid en haar opgegeten worden, hetzij door Gio of Guusje, hetzij de eksters! Met kikkers en padden weten ze helemaal geen raad.
Jouw poes is een moordenaar
Als je zegt dat katten moeten worden afgemaakt om de natuur te redden, heb je de hele katminnende gemeenschap op je dak. Pete Marra neemt het desondanks op voor de vogel. ‘Katten zijn roofdieren met subsidie’
Huiskatten moeten huisarrest krijgen en verplicht worden gechipt, geregistreerd en gesteriliseerd. Zwerfkatten moeten worden gevangen en ter adoptie aangeboden. En als het echt niet anders kan? Dan laten we ze inslapen. Nee, dit zijn geen makkelijke beslissingen, zegt ecoloog Pete Marra. Maar als we de natuur willen redden, is er geen keus. We moeten onze katten niet langer zien als een halfwild roofdier dat wij soms mogen vertroetelen. Het is een huisdier waar wij verantwoordelijk voor zijn. En, zegt Marra: dat is ook in het belang van katten zelf! Te vaak worden katten en nestjes met kittens lichtzinnig in het bos gedumpt omdat mensen ervan uitgaan dat ze het op eigen houtje ook wel zullen redden. Dat doen ze maar zelden.
In het kort is dit het betoog van ecoloog Pete Marra dat hij uiteenzet in zijn boek Cat Wars, dat vorige maand verscheen. Katten doden dieren. Dat weet iedere katteneigenaar die wel eens een dode merel in de keuken heeft gevonden. Het gaat Marra vooral om de schaal waarop katten vogels en knaagdieren doodbijten. Drie jaar geleden maakte hij een rekenmodel. Daaruit rolde de bevinding dat katten in de VS jaarlijks 1,3 tot 4 miljard vogels en tussen de 6,3 en 22,3 miljard zoogdieren in hun klauwen krijgen. Zwerfkatten nemen 70 procent van die sterfte voor hun rekening, huiskatten de rest. De marges zijn zo breed vanwege de onzekerheden in de berekening, zoals het precieze aantal zwerfkatten en het aantal huiskatten dat buiten jaagt. „Vijftig procent van de soorten op aarde gaat achteruit”, zegt Marra via Skype, vanuit zijn woning in Maryland. „De kat is deel van dat probleem. We hebben een uitheems roofdier losgelaten op de natuur. En net als bij andere invasieve soorten zoals de reuzenpad, zouden we populaties katten moeten beheren en in het uiterste geval uit het landschap verwijderen. Maar we doen er niets aan.”
Het grootste obstakel? „Zodra je het woord wildbeheer laat vallen gaan kattenliefhebbers door het lint. ”Marra ontvangt inmiddels doodsbedreigingen. Kattenliefhebbers hitsen elkaar online op om slechte recensies achter te laten op Amazon. In een boekbespreking van de Huffington Post werd zelfs gesuggereerd dat Marra in zijn boek oproept om katten dood te knuppelen en af te schieten. „Ik word afgeschilderd als een Josef Mengele die het massaal uitroeien van katten progageert. Ja, dat is pijnlijk. Ik wens dit niemand toe.”
Trekvogelcentrum
Marra is ecoloog en directeur van een centrum voor trekvogels, het Smithsonian Migratory Bird Center. Omdat hij wel weet dat het onderwerp gevoelig ligt, benadrukt Marra dat hij het boek schreef in zijn vrije tijd, op eigen titel, samen met journalist Chris Santella.
Als ecoloog onderzoekt Marra al jaren wat er met trekvogels gebeurt als hun leef- en broedgebieden krimpen en het klimaat verandert. Katten kwamen pas later in zijn carrière in beeld. „Een paar jaar geleden, toen het Westnijlvirus een paar jaar toesloeg in de VS en er overal dode vogels lagen, raakte ik geïnteresseerd in directe oorzaken van vogelsterfte.” Marra begon samen met zijn collega’s Scott Loss en Tom Will een project om in kaart te brengen welk deel van vogelsterfte door menselijk handelen werd veroorzaakt. Het trio stelde rekenmodellen op voor vogels die door windmolens worden verhakseld, tegen hoge gebouwen vliegen, onder auto’s komen en door elektriciteitskabels worden geëlektrocuteerd. En voor vogels die eindigen tussen de kaken van een kat.
Wat bleek: de kat overschaduwt elke andere oorzaak van vogelsterfte. Katten doden meer vogels dan gebouwen, auto’s en windmolens bij elkaar. Marra: „Dat was het moment waarop ik dacht: hier klopt iets niet. Niemand heeft het over de kat. Dit moet naar buiten.”
Het probleem is dat de buitenwereld Marra’s verhaal niet wil horen. Marra heeft alle excuses al gehoord. ‘Míjn kat doet zoiets niet.’ ‘Ze vangen toch de zwakste vogeltjes.’ ‘Een kat moet jagen, dat is de natuur.’
Misplaatst medeleven
Aan huiskatten is niets natuurlijks, vindt Marra. „Katten behoren net zomin tot de natuur als koeien, geiten of golden retrievers. Ze zijn niet geëvolueerd, de mens heeft ze gefokt en over de wereld verspreid.”
Dat de kat meer recht heeft om te jagen dan een vogel om te leven ziet Marra als misplaatst medeleven met de jagende kat. „We moeten om complete ecoystemen geven, niet om individuele dieren. Hoe kun je het oké vinden dat katten inheemse soorten uitroeien?
„We zijn onthecht geraakt van de natuur. Door een roofdier in huis te halen voelen we ons verbonden met de natuur, zonder dat we nog naar buiten gaan.”
Thuis krijgt de huiskat zijn bordje tonijn of kalkoen, maar buiten slaat het dier alsnog aan het moorden.
En hoe zit het dan met het verweer dat katten alleen de zwakste vogels vangen? Ook dat is onwaarschijnlijk. „Het probleem”, zegt Marra, „is dat katten roofdieren met subsidie zijn.” Thuis krijgt de huiskat zijn bordje tonijn of kalkoen, maar buiten slaat het dier alsnog aan het moorden. Dat is bloedsport: de kat is niet afhankelijk van de prooien die hij vangt, zoals wilde roofdieren.
Katten hopen zich op in concentraties ver boven het natuurlijke kattenquotum. In een Californische studie telden onderzoekers 170 vogeljagende katten per vierkante kilometer. In het wild zouden op dezelfde oppervlakte maar vijf à tien kleine roofdieren kunnen leven.”
Prooien lijden zwaar onder dat kattenoverschot. Marra beschrijft in zijn boek een Britse studie waarbij dertig tot vijftig procent van de sterfte onder huismussen toegeschreven wordt aan katten. In Groot-Britannië gaat de huismus al jaren hard achteruit, net als in Nederland. Het is onduidelijk waarom precies, maar Marra denkt: het is de kat.
Op geïsoleerde eilanden is de impact van katten op vogels en zoogdieren directer en desastreuzer. Doordat ze in de afwezigheid van roofdieren evolueerden, missen veel eilanddieren cruciale instincten en aanpassingen tegen de moordlust van de kat. Katten waren direct betrokken bij het uitsterven van 33 eilandvogels, -zoogdieren en -reptielen, concludeerden biologen al in 2011.
„Over data valt niet te twisten”, zegt Marra. Maar dat is precies wat katteneigenaars doen. Zijn titel Cat Wars is een verwijzing naar die strijd tussen katteneigenaars aan de ene kant en wetenschappers aan de andere kant. Marra vergelijkt de felheid van kattenliefhebbers met die van ontkenners van klimaatverandering en vaccinatiesceptici.
Diervriendelijke maatregelen
Die vijandigheid naar de wetenschap leidt ertoe dat mensen voor ‘diervriendelijke’ maatregelen kiezen om kattenoverlast aan te pakken, zonder dat bewezen is dat die werken. Marra noemt TNR als voorbeeld, wat staat voor Trap, Neuter en Return. Bij TNR worden zwerfkatten gevangen, gesteriliseerd of gecastreerd en teruggeplaatst, zodat een kolonie vanzelf uitsterft. TNR wordt ook in Nederland toegepast. In 2013 nam de Tweede Kamer een motie van de Partij voor de Dieren aan die kattenjacht verbiedt. De Partij voor de Dieren wijst keer op keer naar TNR als diervriendelijk alternatief.
Maar het wetenschappelijke bewijs dat TNR werkt is dun. „In de meest optimistische analyses werkt TNR alleen als 75 tot 90 procent van de zwerfkatten van een kolonie wordt gesteriliseerd”, zegt Marra. „Dat niveau wordt in de praktijk bij lange na niet gehaald.” Los daarvan vindt Marra de premisse van TNR fout: „Je laat katten weer achter in het wild, waar ze overreden worden, toegetakeld worden door honden en ziektes oplopen. Is dat nou diervriendelijk?”
Marra’s voorstel is daarom: vang zwerfkatten. Plaats ze in een asiel. „Maar als dat nou niet lukt? En er dreigen wilde soorten uit te sterven? Zoals de Schotse wilde boskat, die ten onder gaat aan ziektes die zwerfkatten overbrengen? Of de unieke en beschermde eilandvogels van Hawaï, die een eiland delen met tienduizenden katten?”
Marra antwoordt zelf: „De keus tussen een Schotse wilde kat of een Hawaiiaanse kraai die van nature in die gebieden voorkomen en een zwerfkat die van buiten is ingevoerd, ís geen keuze. Afmaken móet een optie zijn, op een diervriendelijke manier. We zullen natuur en milieu moeten beheren om ze te redden. De nuchtere Nederlanders zouden dat moeten snappen.”
Marra heeft zich inmiddels echt vastgebeten in de kattenkwestie. „Ik weet niet waarom. Koppigheid? Stompzinnigheid? Mijn grote voorbeeld is Rachel Carson, die zag hoe het insecticide DDT de natuur aantastte en dacht: genoeg is genoeg. Haar boek leidde tot een wereldwijd verbod op het gebruik van DDT als landbouwgif. Ik wil de wereld een klein beetje beter achterlaten dan ik hem aantrof. Ik wil niet dat we onze armen in de lucht te gooien en zeggen: hier is niets meer aan te doen. Soorten verdwijnen en sterven uit. En nee, dat is niet alleen de schuld van katten, maar katten zijn deel van het probleem. En in tegenstelling tot klimaatverandering of habitatverlies, is de kat een probleem waar we direct iets aan kunnen doen.”
KATTEN ZIJN HEILIG