Afgelopen zaterdagmorgen was ik thuis, ik zat een beetje uit het raam te staren. En wie zie ik op weg naar het huis van Bandit en Pandey? Mijn vijand, die rooie van de Steur; ik heb al eens eerder over hem geschreven. Naar mijn idee, wilde hij Lucy, die ook buiten was, pakken. En galante man, die ik ben, dat kon ik niet over mijn kant laten gaan. Cabo liet me gelukkig naar buiten toen ik vreselijk begon te brommen en ik erop af. Lucy was onder de auto gekropen en ik ben er naast gaan liggen. (Nu is er even een hiaat in mijn verhaal, want Cabo was naar binnen gegaan en heeft het gebeuren niet helemaal gevolgd). Hoe dan ook, ik was slaags geraakt met die rooie. Greta, het bazinnetje van Bandit en Pandey, heeft ons uit elkaar gejaagd. Op straat lagen allemaal plukken haar en zo te zien waren die allemaal van mij. Lucy is naar huis gegaan, Cabo heeft die rooie de Steur opgejaagd en ik ben ook maar naar binnengegaan. Cabo heeft me bevoeld en dacht, dat ik er zonder kleerscheuren afgekomen was. Maar de volgende dag voelde ik me toch niet helemaal jofel en ben ik wat meer binnengebleven. En nu heeft Cabo toch een wond(je) bij me gevonden, omdat ik er steeds aan zat te likken. Het zal wel een beet geweest zijn, maar het is al weer dicht. Cabo zegt: “Je bent wel een moedige kat, maar erg goed vechten kan je niet”. Hoe weet zij dat nou! Allereerst werd het gevecht onderbroken en zij weet toch niet of die rooie niet ook wat heeft. En Guusje moest er erg om lachen.