Felix the cat

In de NRC van 20/21 maart jl. stond dit artikel. Aangezien ik hier nog nooit Felix ten tonele gevoerd heb, hieronder het artikel. Verder een link naar Wikipedia en een link naar afbeeldingen van Felix.

‘Felix heeft alles wat Garfield mist’

Tekenaar René Windig stelde voor HAFF een filmprogramma samen over zijn grote held: Felix de kat. ,,Zij moesten alles nog uitvinden.”

Het Amsterdamse atelier van tekenaar René Windig ziet er dezer dagen uit als een Felix the Cat-museum. Overal boeken en plaatjes en nog meer strips en beduimelde boekjes in alle talen. Voor het Holland Animation Film Festival stelde Windig een klein retrospectief over het cartoonfiguurtje samen, dat met zijn zwarte lijfje, grote witte ogen en gigantische grijns sindsdien model heeft gestaan vele animatiefiguurtjes. Felix trad voor het eerst in een filmpje op in 1919, en werd een van de grootste filmhelden van het tijdperk van de stille film Windigs liefde voor Felix dateert uit zijn middelbare schooltijd: ,,Samen met Eddie de Jong, met wie ik Heinz tekende, organiseerde ik filmavondjes op school. We lieten vooral zien wat we zelf leuk vonden: Laurel en Hardy, Felix de kat, af en toe een cultfilm.

Wie is Felix?

,,Felix was de eerste getekende persoonlijkheid. Hij deed niet veel meer dan op zoek gaan naar een slaapplek, of naar eten, en hij haalde allerlei strapatsen uit, maar wel als een echt karakter. Hij was eigenlijk ook de eerste grote filmheld. Vreselijk populair. Dat hou je niet voor mogelijk. Mickey Mouse kwam daarna, maar die is qua vormgeving gewoon van Felix gejat. In plaats van puntoortjes had hij ronde oortjes. Een kat die een muis wordt.

Wat maakt de filmpjes zo speciaal?

,,Het zijn echt bewegende tekeningen. De manier waarop hij zich beweegt en de kijker betrekt bij wat hij gaat doen, dat vind ik schitterend. De eerste filmpjes waren natuurlijk stil. En dat vind ik ook het mooie ervan. Ik heb ze het liefste zonder geluid. Toen het geluid zijn intrede deed is Walt Disney erop gedoken. En de man die Felix the Cat produceerde, Pat Sullivan, een hele nare vervelende man was dat trouwens, wilde niet aan geluid. Het draait natuurlijk helemaal niet om Sullivan, de tekenaar was ene Otto Messmer, en die maakte én alle tekenfilmpjes én alle strips, zonder daar ooit de credits voor te hebben gekregen. Hij zat de hele dag te tekenen, want er kwam elke twee weken een nieuw filmpje uit.”

Wat laat u zien op HAFF?

,,Alleen zwart-wit. En tot 1930. Daarna vind ik er geen zak meer aan. Er bleek toch wel minder keuze te zijn dan ik dacht. Het is allemaal publiek domein, staat op YouTube, maar ik wilde het natuurlijk op film laten zien. In totaal heb ik twintig filmpjes gevonden en daar zitten toppers tussen.”

Zoals?

,,Otto Messmer werkte graag met metamorfoses. Die staart is natuurlijk bekend, die wordt een handje of een paraplu of een vraagteken of hij legt er een knoop in. Maar soms heeft Felix ook een delirium. Dan heeft hij zoveel gezopen dat alles gaat bewegen. Tegenwoordig kan alles natuurlijk. Maar toen moesten ze alles nog uitvinden en bewijzen.

Waarom komen er zoveel katten voor in strips en tekenfilms?

,,Het is zo vreselijk logisch om een kat te nemen. Een hond is een leuk trouw beest, maar het zal nooit een kat worden. Een kat heeft karakter. En alle katten hebben ook een ander karakter. Net als mensen. Toen we net begonnen met Heinz zeiden ze wel: ‘Alweer een kattenstrip?’ Maar je zegt toch ook niet ‘Alweer een mensenstrip’? En het zijn niet de slechtste strips die er over katten zijn. Felix is misschien een beetje onbekend. Maar Krazy Kat van George Herriman was een geweldige kunstzinnig getekende strip. En dan heb je nog Robert Crumbs Fritz the Cat gehad natuurlijk. Garfield noemen we nooit. Daar hebben we zo’n verschrikkelijke hekel aan. Dat was toentertijd onze vijand. Slecht getekend. Gemakzuchtig gedaan.”

Was Heinz een eerbetoon aan Felix?

,,Fritz, de bijfiguur uit Heinz, dat is gewoon een uitgerekte Felix. Dus wat dat betreft zijn we wel schatplichtig. Maar Heinz en Fritz waren ook naar mijn eigen katten gemodelleerd. En naar een schildpad die Joducus heet. Dat is de enige die nog leeft.”