Naar de kapper

Al weer een poosje niets van ons gehoord, maar dat betekent niet, dat er niets gebeurd is. Guusje is ziek geweest. Ze at al een paar dagen bijna niets en lag veel te slapen. Cabo was als de dood, dat er net zoiets zou gebeuren als met Dutchy zo’n zeven jaar geleden. Dus naar de dierenarts met hulp van Wim, de overbuurman. Er waren twee mogelijkheden: een antibiotica kuur plus koortswerend middel en dan afwachten of gelijk bloedonderzoek erbij. Nou dat moest maar gebeuren. Gelukkig – maar niet voor Cabo’s portemonnaire – bleek er niets in het bloed te vinden te zijn. Het moet dus een virus geweest zijn. Een flinke week later plaste Guusje zo ontzettend naast de bak, dat Cabo een beetje kon oplepelen en in een flesje doen. Dat ook maar voor alle zekerheid na laten kijken, maar ook daar was niets aan de hand. Ja, ze moet de bak beter schoonmaken!

En gisteren was ik aan de beurt – ik moest ontklit en gekamd worden. Het was vreselijk slecht weer met regen, natte sneeuw en sneeuw die bleef liggen. Ieder gezond mens zou deze sessie uitgesteld hebben, maar Cabo was zo bang, dat ik weer helemaal geschoren zou moeten worden als ze nog langer wachtte, dat ze toch doorgezet heeft. Afgezien van het feit, dat haar auto ter reparatie in de garage was, had ze toch nooit zelf durven rijden. Dus heeft ze de Dierenambulance ingeschakeld en dat ging prima. Op mijn flanken heb ik wel een paar ‘lege’ plekken, maar ik ben gelukkig niet zo kaal als acht maanden geleden.